Dynamiek
Om het volume van toon, passage of (gedeelte van) een compositie aan te geven, maken we gebruik van dynamiektekens:
ppp
pp
p
mp
mf
f
ff
fff
pianissimo possibile
pianissimo
piano
mezzopiano
mezzoforte
forte
fortissimo
fortissimo possibile
zo zacht mogelijk
zeer zacht
zacht
gematigd zacht
matig luid/sterk
luid/sterk
zeer luid/sterk
zo luid/sterk mogelijk
Wanneer de overgang tussen verschillende sterkten geleidelijk verloopt, spreken we van een crescendo of decrescendo.
We spreken van een crescendo als het volume geleidelijk sterker wordt.
We spreken van een decrescendo als het volume geleidelijk minder sterk wordt.
De termen crescendo en decrescendo kom je in de muziek meestal tegen als afkorting (cresc., decresc.).
Daarnaast kun je in plaats van of samen met deze term een teken tegenkomen waarmee een crescendo of decrescendo aangeduid wordt.
Voor crescendo geldt: 2 lijnen lopen steeds verder uiteen (<).
Voor decrescendo geldt: 2 lijnen lopen naar elkaar toe (>).